Over de Akita
Historie
De Akita is het nationale ras van Japan. Hij is afkomstig uit de provincie Akita, die in het noorden van Hoshu ligt, en dankt daaraan zijn rasnaam. Sinds 1931 wordt de Akita door de Japanse regering officieel beschouwd als een deel van het nationaal erfgoed.
De akita is oorspronkelijk een jachthond, getraind voor de jacht op herten, zwijnen en beren, maar ook als waakhond. Tot 1912 is het ras een een tijdlang gebruikt voor hondengevechten.
In de Tweede Wereldoorlog krijgt het voortbestaan van het ras opnieuw tegenslag. Veel akita's worden geslacht voor hun vlees en warme vacht, in 1946 zijn er nog weinig over. Opnieuw word het ras opgebouwd uit enkele overgebleven honden. Dit zorgt wel voor een toename van inteelt binnen het ras.
Akita-beeldjes worden cadeau gegeven als teken van vriendschap en voorspoed. De hond staat symbool voor geluk.
Hachiko (Hachi A Dog's Tale)
Koop op basis van deze film geen Akita!
Hachiko was een Akita die in Japan grote bekendheid verwierf door het feit dat hij na de dood van zijn baasje negen jaar lang wachtte op diens terugkeer bij het treinstation Shibuya in Tokio. Een jaar voor zijn dood, in april 1934, werd voor het station een standbeeld voor hem opgericht. De vacht van Hachiko is bewaard gebleven in het museum van Tokio.
In april 1934 werd een bronzen standbeeld van Hachiko geplaatst bij het treinstation waar hij altijd wachtte. Hachiko was zelf aanwezig bij de onthulling ervan.
Op foto’s van vroeger oogt Hachiko enigszins gehavend; één van z’n oren stond bijvoorbeeld niet meer rechtop. Een gevolg van gevechten/incidenten met andere honden. Het station, waar hij jarenlang op z’n baasje wachtte, was zijn territorium en dat verdedigde hij dus ook. Hachi was trouw, maar had net zo goed ook alle andere trekjes van een Akita.
De Akita is het meest complexe hondenras dat bestaat. Ze zijn zeer dominant, eigenwijs, moeilijk te trainen en in bijna alle gevallen zeer intolerant naar andere honden van hetzelfde geslacht. De Akita is in de basis geen hond voor beginnende eigenaren en wie er toch aan begint, moet absoluut weten wat die doet.
Het karakter
De Akita is een trouwe en rustige hond, maar het temperament maakt het niet een van de gemakkelijkste rassen. Van origine is het een evenwichtige hond, met een bijna koude uitstraling. Hij is moedig, zelfstandig, eigenwijs en intelligent, met een groot jachtinstinct. Tegenwoordig zien wij dat de Akita vrijwel zachter en aanhankelijker zijn in het karakter.
De omgang met kinderen
Akita’s kunnen heel goed samen zijn met (kleine) kinderen. Als dit goed begeleid wordt door de ouders kunnen zij echte vrienden worden. Het is belangrijk dat kinderen leren de hond met respect te behandelen en hem met rust laten bij het eten en slapen. Een Akita kan erg waaks zijn over de kinderen uit het gezin. De Akita kan nooit uitgelaten worden door kinderen, zij kunnen hem/haar vaak niet de baas.
Kleuren
De erkende kleuren van de Akita zijn:
- Roodgeel
- Sesam (roodgele haren met zwarte punten).
- Brindle (gestroomd)
- Wit.
Alle kleuren behalve wit moeten het ‘Urajiro’-patroon vertonen. ‘Urajiro’ = de witachtige vacht aan weerszijden van de voorsnuit, op de wangen, aan de onderkant van kaak, nek, borst, lichaam en staart, en aan de binnenzijde van de benen.
De opvoeding
Ondanks dat de Akita een pittige hond is, dient deze niet met harde hand opgevoed te worden. Dit heeft een averechts effect, de Akita kan zich zelfs tegen u keren. Een Akita zal alleen iets voor u willen doen als hij op de juiste wijze gemotiveerd wordt en respect voor u heeft. Dit respect moet u verdienen door als een waardig roedelleider met natuurlijk overwicht met hem om te gaan. De Akita leert snel, en door zijn intelligentie leert hij ook gauw de verkeerde dingen. Het is daarom zeer belangrijk consequent te zijn. Trainingen dienen gevarieerd te zijn, de Akita is gauw verveeld en houdt van uitdagingen.
De verzorging
Twee maal per jaar gaat de Akita in de rui. Op dat moment laat de vacht (onderwol) los, en is het raadzaam om alle losse plukken te verwijderen met een borstel. Omdat borstelen een dominante handeling is, is het belangrijk de Akita als pup hier aan gewend te maken. Een waterblazer kan gebruikt worden om na een bad de hond fijn droog te krijgen, of om te gebruiken om bij het verharen de haren eruit te blazen (beter als borstelen) en om vuil, stof, zand en modder er prettig vanaf te krijgen.
Ziektes en afwijkingen
Sebaceous Adenitis (SA)
De ziekte begint met ontstekingen rondom de talgklieren. Deze ontstekingsprocessen zijn niet besmettelijk. Door de ontstekingen volgt er een enorme haaruitval en Seborrhoe, waarbij het opvallendste kenmerk is de bundels haar met (zwarte) haarwortel die zo uit het lichaam te trekken zijn.
In het algemeen zijn typische uiterlijke tekenen van Sebaceous Adenitis een doffe vacht, droog en breekbaar, als door motten aangevreten, en verandering van geur van de hond: ze ruiken naar “drie dagen gedragen sokken”. De eerste tekenen van de ziekte zijn subtiel en verschijnen aan het hoofd, de oren en op de romp. Het haar lijkt dunner, bijna “vergelijkbaar met mot schade”. In sommige gevallen kan de vachtkleur veranderen.
SA geeft normaal gesproken geen jeuk, tenzij er een secundaire huidinfectie veroorzaakt door staphylococcen aanwezig is. Er kunnen zich zelfs steenpuisten ontwikkelen. De therapie richt zich voornamelijk op de verzorging van de huid en het vermijden van secondaire infecties.
Heupdysplasie (HD)
Heupdysplasie is een afwijking aan de heupgewrichten waarbij de ontwikkeling van de heupen bij een jonge, opgroeiende hond niet normaal verloopt en de gewrichten ernstig misvormd kunnen worden.
HD is voor een deel een erfelijk bepaalde aandoening. Uit HD vrije ouders kunnen pups geboren worden met HD, en uit ouders met HD kunnen pups geboren worden die HD vrij zijn. De kans op dit laatste is echter een stuk kleiner. Er wordt daarom ten stelligste afgeraden om te fokken met honden die HD hebben. Uitwendige invloeden zoals groeisnelheid, lichaamsgewicht, beweging, spierontwikkeling en voeding spelen ook een belangrijke rol. HD wordt vooral gevonden bij honden van grote en middelgrote rassen.
Voor een diagnose is een röntgenfoto van de hond in rugligging nodig, waarbij de hond exact recht moet liggen. Hierbij wordt niet alleen vastgesteld of er al dan niet sprake is van HD, maar vooral ook de mate waarin er sprake is van bandslapte en afwijking in bouw van heupkop of –kom.
Patella Luxatie (PL)
Patella is de officiële naam voor de knieschijf. Een patella luxatie betekent dus een loszittende knieschijf.
Het kniegewricht wordt gevormd door het dijbeen en het scheenbeen. Voor op het dijbeen loopt een sleuf waar de knieschijf normaal in ligt. Aan de knieschijf zit de kniepees die op haar beurt weer vast zit aan een beenkam op het scheenbeen. Bij sommige honden is de sleuf in het dijbeen ondiep en zit de aanhechting van de kniepees wat te ver naar binnen toe. De knieschijf kan dan makkelijk uit z’n sleuf naar binnen toe schieten. Als dit gebeurt spreken we van een patella luxatie.
Amelogenesis Imperfecta (AI)
Amelogenesis Imperfecta (AI) is een erfelijke aandoeningen die het tandglazuur aantast. De aandoening treft melktanden en volwassen tanden en manifesteert zich door ruwer/dunner/ wordend tandglazuur en bruinachtige vlekken. In de ernstige vorm is duidelijk te zien dat het tandglazuur ontbreekt. Tanden en kiezen zijn hierdoor erg gevoelig.
Een stoot of val op het melkgebit kan er ook voor zorgen dat het glazuur van de daaronder gelegen blijvende tand of kies beschadigd raakt.
Via een DNA test kan bepaald worden of het om een erfelijk probleem gaat. Wij als fokker laten dit testen via Laboklin.
Oogafwijkingen (ECVO test)
Bij de hond komen verschillende, erfelijke oogafwijkingen voor, onder andere:
- Retinadegeneratie of Progressieve Retina Atrofie (PRA): een groep van erfelijke netvliesafwijkingen die bij veel rassen voorkomt en in het eindstadium tot blindheid leidt.
- Cataract (congenitaal): aangeboren grauwe staar.
- Retina Dysplasie (RD): aangeboren netvliesafwijking.
- Collie Eye Anomalie: aangeboren afwijking van het netvlies, het vaatvlies en de oogzenuw.
- Ligamentum pectinatum abnormaliteit (Goniodysplasie): aangeboren afwijking van de afvoer van het oogvocht. Een deel van de honden met deze afwijking ontwikkelt hoge oogdruk (glaucoom)
- Entropion: afwijking waarbij een ooglid (meestal het onderooglid) naar binnen draait.
- Distichiasis: abnormale haargroei in o.a. de ooglidrand, waardoor het oog kan beschadigen.
- Cataract (niet-congenitaal): Staar. In de lens zijn troebelingen aanwezig. Cataract kan aan één oog of aan beide ogen voorkomen. Onderscheid met de bekende blauwe waas bij oudere honden (een normaal verouderingsproces) is meestal goed te maken.
- Lensluxatie: loslaten van de lens. Dit kan een drukverhoging (glaucoom) in het oog veroorzaken en zo tot blindheid leiden.
- Microphtalmie: afwijking met te kleine, onderontwikkelde oogbollen.
- Cornea Dystrofie: troebel hoornvlies, meestal centraal op het hoornvlies.
Bron; Nippon Inu, NVAI